Desi Samson

Uit Wiki Sports Hall of Fame Suriname
Versie door Cees (Overleg | bijdragen) op 26 mei 2016 om 10:31 (Cees heeft pagina Samson hernoemd naar Desi Samson: Naamconventie = volledige naam van de sporter, voor-, doop- en achternamen uitgeschreven)

(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Ga naar: navigatie, zoeken

Desi Samson Tekst overgenomen uit Guno Hoen, Sporthelden van ons verleden, deel 1 (1980) (http://www.dbnl.org/tekst/hoen042spor01_01/hoen042spor01_01_0025.php)

Technisch Volmaakt Desi Samson

Desire Samson, geboren te Paramaribo op maandag 10 februari 1919 aan de Weidestraat, heeft de St. Paulusschool (8-jarige mulo) bezocht, waar hij normaal bevorderd werd tot de achtste klas, maar geen diploma behaalde vanwege de grote controverse tussen N.G.V.B. en S.V.B. Van zijn 7e tot 18e jaar is hij in de Gravenstraat op de hoek van de Swallembergstraat (hoek Cultuurtuin), opgegroeid onder vrij goede omstandigheden, daar zijn vader een goede baan had als employee op de Surinaamse Bank.

Hij heeft een prettige jeugd gehad met veel vrienden, z.a. de gebroeders Rolfast en Berkenveld van de Costerstraat, Lo Ngie Hing, Raymond Tjin A Djie, Wim Echteld, Isidoor Monpellier, om er maar enkelen te noemen, allen later bekende voetballers. Ook Evan Zwakke en de gebroeders Hoen en Abendanon waren zijn heel goede vrienden. Verder Wilfred Mac Intosh, Max Huisden en Bartje Jessurun, zijn leermeester in dammen, schaken en bridge.

Zijn sportloopbaan is eigenlijk al op school begonnen. Je moest toen op school meedoen aan verschillende spelletjes. Hiervan waren de belangrijkste en meest aantrekkelijke elle, ruiterbal en natuurlijk voetballen. Dit waren allemaal spelletjes waarbij het erg ruw toeging en men vooral schijnbewegingen, snelheid en reactievermogen moest bezitten om tot de uitblinkers te behoren.

Zijn eerste tegenvaller had hij al op 7-jarige leeftijd, toen hij met drie abcessen in zijn scheenbeen in het St. Vincentius Ziekenhuis werd opgenomen voor een operatie. Een ferme trap tegen zijn scheenbeen had hij nl. geheim gehouden met het noodlottig gevolg.

Vreemd genoeg werd Samson lid van Cicerone, i.p.v. M.Y.O.B., zijn favoriete club met cracks als Hans Nahar en Kersout. Ook Walter Amo en Schoonhoven sr. vond hij meesters. Hij was 15 jaar toen hij actief met het senioren voetbal meedeed. Zijn voetbalmateriaal werd door zijn vader, die niets van voetballen moest hebben, aangekocht bij de zaak van de hr. J. Chehin, toen een topvoetballer van Olympia. Van deze heer ontving zijn vader een boek genaamd Groothof, het voetbalboek van die tijd. Ook werd hem via zijn vader door de heer J. Gouvernante werkzaam op de Surinaamse Bank, linksbuiten van Voorwaarts en de Nationale selektie, een spelregelboek cadeau gemaakt. Gewapend met zijn voetbaltheorie en spelregels toog hij aan de arbeid, zoals hij het noemt. Na enkele oefeningen in Cicerone was hij al bemind en kreeg de bijnaam van ‘vondeling’.

De trainingen onder leiding van Henny ‘Meester’ Landkoer, waren streng en zwaar. Na nog maar enkele oefeningen had hij een vaste plaats in het 2e elftal, de 2e klasse. Er bestond toen geen hoofdklasse, maar een 1e klasse en een 2e klasse. Baas Sep Tam, zelf jarenlang voetballer van Eldeportivo, Orkaan en jarenlang Godfather van de Sociaal Culturele Vereniging ‘Wi Na Wi’ omhelst hier zijn favoriet D. Samson.

Aangezien de clubs over het algemeen 1 maal per week oefenden, mede vanwege het gebrek aan voetbalvelden, was Desi iedere middag in de Cul bezig met, naar hij zegt, zijn stanman Evan Zwakke, die tevens zijn buurman was. Van baas Douglas, de groundsman, kregen zij toestemming om, voordat de oefeningen begonnen, op het gedeelte naast het hoofdveld, in de omgeving van de vlaggemast die daar voor de hoofdtribune stond, te oefenen. Deze oefeningen gingen dag in dag uit enkele jaren door. Hierbij probeerden Evan en Desi alle goede dingen van de topspelers onder de knie te krijgen en het zelfs beter te doen. Hun leus was: als zij het kunnen, waarom wij niet en misschien beter.

De nodige instructie van hun clubleider werd stipt opgevolgd en vooral ook de voetbaltheorie van Groothof. Hoe langer zij bezig waren hoe meer ervaring zij opdeden. Hun techniek was na een tweetal jaren van dien aard dat zij vrijwel alles met de bal konden doen. In diverse posities schieten, zowel volley als halfvolley, stoppen, passes geven, enz. Het is dan ook niet meer dan logisch dat na twee jaar Desi in het eerste elftal van Cicerone werd opgenomen en na niet veel gespeelde wedstrijden al in de B.- selektie (Zwaluw) van de S.V.B.

De eerste keer dat hij geselekteerd werd voor de Nationale selektie in december 1935, om tijdens de kerstvakantie in Cayenne een drielanden tournooi te spelen tussen Frans Guyana, Para (Brazilië) en Suriname, ging hij niet omdat hij volgens vrienden van zijn vader problemen zou krijgen op school.

In 1936 werd Desi geselekteerd om naar Columbia te gaan. De plotselinge revolutie die kort voor het vertrek van de S.V.B. selektie in Columbia uitbrak, stagneerde deze trip. Daar liep hij in de wedstrijd Cicerone tegen Para (Brazilie) een knieblessure op en was toen langer dan een half jaar uitgeschakeld.

In 1938 werd hij geselekteerd om naar de Antillen, Trinidad en Demerara te gaan, maar kreeg geen toestemming van Mr. Reitsma, directeur van de Surinaamse Bank, waar hij toen werkzaam was. Ook de spelers die in de militaire dienst waren, kregen geen toestemming t.w. Knel, Paton, Cairo, De Clerq, Nelom en Leeuwin.

Hierna heeft hij constant voor Suriname gespeeld tot en met december 1952, toen hij in een wedstrijd een knieblessure opliep tegen een Caraibisch team.

In 1953 geselekteerd om naar Aruba te gaan voor een vierlanden tournooi, t.w. Aruba, Demerara en Venezuela, merkte hij bij een generale repetitie dat zijn knieblessure niet helemaal genezen was zodat hij voor de eer moest bedanken. Vier jaren later bleek het een gescheurde meniscus te zijn.

Desi Samson heeft vrijwel alle takken van sport beoefend, zoals voetbal, korfbal, atletiek (sprint 100 m), zwemmen bij meester Campagne, cricket in S.V. Paramaribo, boksen bij meester Sordam (geen wedstrijden), basketbal Spes Patriae (niet lang vanwege knieblessure), croquet, volleybal, badminton en softbal, basebal en ook diverse spellen zoals biljart, dam, schaak, tafeltennis, bridge en niet te vergeten knikkeren, olometie, tiekipaw, vlieger oplaten, bat en bal, hengelen, enz. In 1953 stopte hij met de actieve sport na de tweede knieblessure. Hij bezoekt nog steeds sportactiviteiten, alhoewel veel minder dan enkele jaren geleden. Vanwege zijn werk bij de SOSIS is hij nog steeds bij verschillende activiteiten betrokken.

Voor wat betreft zijn mening over het spel van voorheen en nu alsook over de sportlui wil hij kort zijn en verwijzen naar enkele door hem geschreven artikelen in Sportarena in de afgelopen jaren, met als koppen: Instelling; Geen nieuws onder de zon; Positief denken; J'accuse; Systemen/formaties; Verschil in uitgangspunten; Het oude lied wordt weer gezongen; Geen talent of fundament; Voetbal van vroeger en nu, om er maar enkele te noemen.

Desi is vanaf het begin van de Interguyanese Spelen voor Scholieren nog steeds als trainer hieraan verbonden e.w. voor voetbal.

Hierbij geeft hij een overzicht van zijn activiteiten die hij graag noemt: zijn Bijdrage aan de voetbalsport in Suriname vanf 1933.

Actief gevoetbald in SVB verband van 1933 tot 1953:

S.V. Cicerone van 1933-1937 S.V. Arsenal van 1937-1938 V.V. M.V.V. van 1938-1953

plus minus 20 jaar waarvan ongeveer 18 jaar in de nationale selektie. Met Rene Nelom geselekteerd voor het Ned. W.I. team in 1946 dat zou moeten uitkomen tegen Feyenoord, waarbij Ch. Knel reserve keeper zou zijn. Deze wedstrijd is niet doorgegaan omdat Curaçao het tournooi won, alsook van Feyenoord.

Vanaf 1946 vele malen sub-capt. en capt. geweest van het nationale team. In deze periode geruime tijd samen met Vossie Belgrave en Hein Leeuwin trainer van de nationale selektie geweest.

In zijn voetballoopbaan heeft Desi slechts eenmaal een waarschuwing gehad van een scheidsrechter en wel in 1948 in Nederland, wegens een vermeende overtreding tegen Bertus de Harder die nog steeds doorgaat als een van de beste linksbuiten die Nederland ooit gehad heeft.

In 1937 lid van de Eerste Surinaamse Scheidsrechtersvereniging (E.S.S.V.). Na beeindiging van zijn actieve voetballoopbaan in 1953 werd hij direct actief scheidsrechter in de hoogste klas tot 1958. In deze periode heeft hij vele Interlandwedstrijden gefloten en bij een hiervan een paar klappen moeten incasseren van Cera Portena-spelers die maar niet konden verdragen dat hij al hun gemene trucjes bestrafte. Als scheidsrechter bedankte hij toen de SVB zelf met een Vereniging begon om (meer) greep te hebben op deze organisatie.

Ongeveer 10 jaar onafgebroken lid geweest van de Technische Commissie, van omstreeks 1953 tot 1963, toen de T.C. en bloc bedankte, omdat geen overeenstemming bereikt kon worden met het Bondsbestuur over de Bondstrainer, Vossie of Ampie.

Trainer geweest van de volgende verenigingen vanaf begin van de vijftiger jaren tot heden: Rio, Maasstroom Commewijne, Nationale Selektie Commewijne, Voorwaarts, Coronie Boys, 2e Nationale Jeugdselektie, M.V.V.

Vermeldenswaard is dat na de wedstrijd van Commewijne tegen Frans Guyana, vier spelers van Commewijne werden opgeroepen voor de Nationale selektie: Rudy Perre van boven-Commewijne, Ro Hazelhoef van Marienburg (Locomotief), Fikkie Lum Chou en Smit van Nw. Amsterdam (Toronto).

Samen met R. Nelom, Guno Hoen en Frits Juda hielp hij Kamperveen met de selektie van het 1e en 2e Nationale Jeugdteam. Verder nog lid/voorzitter van de protestcommissie Mr. Bronsplein Sportbond, lid strafcommissie Sectie Jeugd SVB, lid beoordelingscommissie scheidsrechters SVB, bestuurslid MVV 1948-1957 en vanaf 1953 belast met technische leiding tot 1957, lid/voorzitter V.V. Oud Internationals, lid van de Scoutingcommissie SVB, welke commissie geen lange levensduur had.

Adviezen en voorlichting gegeven aan verschillende verenigingen en enkele boeken ter beschikking gesteld.

Andere activiteiten die meer gezien moeten worden in het kader van zijn werkkring zijn geweest: mede-organisator Interdepartementale wedstrijden, takken voetbal en basketbal; mede-organisator Mulo voetbalcompetitie; voetbaltheorie in district Brokopondo, idem praktijk met Leo Schipper in een 7-tal dorpen boven het Stuwmeer; belast met behandeling spelregels bij basisopleiding voetbaltrainer voor Pupillen Aspirant voetbal; Commissielid Pupillen Aspirant Voetbal; zaalvoetbal en veteranen voetbal.

Desi heeft de volgende werkkringen gehad: Surinaamse Bank 2½ jaar, Beroepsmilitair 19 jaar, ambtenaar 22½ jaar.

Bij de Surinaamse Bank als jongste bediende, zoals dat toen genoemd werd, moest je op haast alle afdelingen het werk leren om zo productief mogelijk te zijn.

Toen al zijn topvoetbalvrienden in 1937 beroepsmilitair werden, stapte hij in 1938 ook in dienst. Omdat hij voor een prive kwestie zijn eerste straf na 18 jaar dienst kreeg, en ook omdat hij niet tevreden was met zijn rang, stapte hij weer uit het leger met aanspraak op pensioen.

In 1957 trad hij in dienst van de Afd. Volksontwikkeling en Volksvorming van het Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling, waar toen hoofd was wijlen Mauke Pool en medewerkers Ludwig de Sanders, Ampie Kamperveen en Purcy Tjon Piang Gi. Op 6 juni 1980 verliet hij de dienst, de SOSIS, waar hij de laatste 7 jaren tewerkgesteld was, met pensioen.


Zijn advies aan de sportlui van vandaag luidt: wie aan topsport wil doen zal moeten beseffen dat hij offers moet brengen. Hij zal moeten weten dat hij aan zelfkritiek moet doen, zelfdiscipline is onontbeerlijk en in teamverband is zelfopoffering zeer belangrijk. Zich ondergeschikt maken aan het team en al deze zaken zijn afhankelijk van een juiste instelling.


Voor alle voetballers van vroeger waarvan hij veel geleerd heeft, heeft Desi bewondering en die waren niet erg gering in aantal. Denk maar aan de A en B selekties van de SVB en de NGVB (nationaal en Zwaluw). Toch kan hij niet nalaten enkelen te noemen: zoals hij zegt zijn Guru Henny Mr. Landkoer, Schoonhoven sr., ook Mr. genoemd, Walter Amo en last but not least El Naharo; vraag het maar aan allen van die tijd in deze regio en Midden-Amerika.

Spelers waarmee hij jaren gevoetbald heeft noemt hij niet graag, maar toch wil hij een uitzondering maken, en dat is Emilio. Op de vraag wie Emilio is, antwoordt Desi: ‘Piola’.

Piola is een Italiaanse prof geweest.

‘Ja,’, zegt hij, ‘maar ook een Surinaamse, prof. Col.!

Favorieten van na zijn tijd of waarmede hij nog even gevoetbald heeft zijn: Humphrey Mijnals, Michel Kruin, Erwin Sparrendam, Boepi U A Sai, Iwan Frankel, Monsanto (Mosje), Jules Lagadeau, Ramon Eliot (wijlen), Siegie Haltman, A. Testing, A. Foe A Man, Henki Schotsborg; deze namen schieten hem op dit moment te binnen.

Zijn favoriete voetballanden zijn Uruguay, Argentinie, Brazilie, Hongarije, West-Duitsland.

Zijn grootste buitenlandse favorieten zijn: Der Kaiser Franz Beckenbauer, Pele, Mario Kempes, Johan Cruyf.

Van zijn bijdrage aan de sport heeft hij overgehouden: twee kapotte, versleten knieen, een voetbalseizoenkaart, (niet eens geldig voor alle wedstrijden), een oorkonde van de SVB en een onderscheiding (speldje) van het Ministerie van Onderwijs t.g.v. de Interguyanese Spelen voor Scholieren.

Desi geniet van zijn rustige oude dag zoveel, dat naar hij zegt, hij er onrustig van wordt. Tot nu toe gaat het goed, hij speelt nog veteranen voetbal met twee kaduke knieen, mag van alles eten en drinken. Hij eet graag malse ossehaas en beefsteak, half gaar gebakken, Surinaamse kip en doks, surinaamse kwiekwie en walapa en pindasoep met goed gestampte tomtom.

Zijn andere hobbies zijn: hengelen, bridgen, naar de bios gaan, jazzmuziek en lichte klassiek.